De plenaire vergadering van het Parlement heeft woensdag ingestemd met de wijzigingen in de regels die de lidstaten in november aangaven te willen doorvoeren in de btw-richtlijn. De Europarlementariërs keurden de regels goed met 589 stemmen voor, 42 tegen en 10 onthoudingen.
Deze veranderingen vereisen dat online platforms in 2030 BTW moeten betalen voor diensten die via hen worden geleverd, in de meeste gevallen waarin de individuele dienstverleners geen BTW rekenen. Dit zal een einde maken aan een verstoring van de markt omdat soortgelijke diensten die in de traditionele economie zijn al onderworpen aan BTW. Deze verstoring is het meest significant in de sector van de verhuur van kortetermijnaccommodatie en de sector van het personenvervoer over de weg. Lidstaten krijgen de mogelijkheid om het MKB vrij te stellen van deze regel, een idee dat ook door het Parlement was aangedrongen.
De update zorgt ervoor dat de btw-aangifteverplichtingen voor grensoverschrijdende transacties uiterlijk in 2030 volledig gedigitaliseerd zijn. Bedrijven kunnen dan e-facturen uitgeven voor grensoverschrijdende transacties tussen bedrijven en de gegevens automatisch doorgeven aan hun belastingdienst. Hiermee kunnen belastingdiensten btw-fraude beter aanpakken.
Om de administratieve lasten voor bedrijven te vereenvoudigen, worden de online btw-loketten uitgebreid. Hierdoor kunnen nog meer bedrijven met grensoverschrijdende activiteiten hun btw-verplichtingen via één online portaal en in één taal nakomen.
Achtergrond
Er is meer dan twee jaar aan deze update van de btw-regels gewerkt. Op 8 december 2022 presenteerde de Commissie het 'Pakket 'BTW in het digitale tijdperk' (ViDA-pakket) dat bestond uit drie voorstellen. Eén daarvan was de actualisering van de BTW-richtlijn uit 2006.
De Commissie heeft berekend dat de lidstaten tot € 11 miljard aan verloren btw-inkomsten zullen terugvorderen
inkomsten per jaar voor de komende 10 jaar. Bedrijven besparen de komende 4.1 jaar € 10 miljard per jaar aan nalevingskosten en € 8.7 miljard aan registratie- en administratiekosten over een periode van tien jaar.